De conditie van het schip wordt bepaald door middel van een ultrasone diktemeting van de scheepsromp en een grondige visuele inspectie zowel aan de binnen- als buitenzijde van de romp.
De meting van de huiddikte vindt plaats op het onderwaterschip van het vaartuig, dat wil zeggen het deel van de romp dat normaal gesproken onder water ligt bij maximale belading van het schip, of het deel onder de aangegeven waterlijn. Deze meting omvat zowel een visuele inspectie als een fysieke inspectie, waarbij een stalen of kunststof
hamer wordt gebruikt om te kloppen, gevolgd door ultrasone metingen op kritieke locaties die worden bepaald op basis van inzicht en ervaring. Indien mogelijk wordt de meting voorafgegaan door een inspectie van de binnenzijde van de romp onder de waterlijn. Dit gebeurt alleen op veilig bereikbare plaatsen. Bij het beoordelen van de binnenzijde wordt vooral gelet op corrosie en de kwaliteit van de conservering. Op plaatsen met ernstige corrosie wordt het scheepsvlak mechanisch belast met een hardmetalen drevel of bikhamer.
Naast de huidmeting worden, indien aanwezig, het roerblad, de roerlagers, de schroef, het schroefaslager en anoden ook globaal beoordeeld. Voor delen van de binnenzijde onder de waterlijn die moeilijk bereikbaar zijn voor inspectie, worden aanvullende metingen vanaf de buitenzijde van de romp uitgevoerd. Deze metingen zijn echter steekproefsgewijs en dienen om een beeld te krijgen van de huiddikte op deze locaties.